Ulan Beetle

Dag 33: Asfalt

Iedereen is vroeg wakker, of eigenlijk: niemand heeft echt goed geslapen. Wij wassen ons gezicht en vermoeden dat de familie die moeite niet eens neemt. Het lijkt er ook op dat ze geslapen hebben in dezelfde kleren die ze gisteren ook droegen en die ze nu ook weer dragen. We laten spullen achter zoals handdoeken, jerrycans etc. De familie uit zich dankbaar, we hopen dat het ook echt nuttig voor ze is. Vandaag is het doel om weer asfalt te bereiken. Ondertussen zijn we dus in ‘The Gobi’ belandt, de provincie die grenst met China en waar ook de Gobi woestijn in ligt. We zijn niet helemaal zeker of wij ook door die woestijn rijden of dat het officieel steppe is.

Tot nu toe was ons al opgevallen dat de dorpjes met elkaar verbonden zijn door elektriciteitspalen en dat dit naast de GPS en de kaart een hele nuttige manier is om onze weg te vinden. Er zijn ook heel veel verschillende tracks die dezelfde kant op rijden, alleen het is telkens toch de grote gok welke track het fijnst is – lees, de minste hobbels en gaten en bij voorkeur geen wasbordjes. Op een gegeven moment zaten de Duitsers op een totaal ander spoor dan wij en konden we ze maar een paar keer zien. Ondanks dat je niet heel veel verschillende kanten op kunt is het dus prima te doen om te verdwalen en elkaar kwijt te raken.

De arenden die we onderweg tegen komen worden steeds groter. We hadden één keer dat we dachten dat we kleine mensen in het veld zagen zitten en dat bleken dus vogels! Ongelofelijk. We zagen weer veel paarden en kamelen. Deze lopen los en dus ook af en toe op de weg. Dat dit gevaarlijk is blijkt: een ander Nederlands team dat waarschijnlijk ‘s nachts reed is tegen een kameel aan gereden en hebben zwaar letsel. We zijn blij dat het voor ons niet nodig was om ‘s nachts te rijden. Het landschap zelf begint weer iets gevarieerder te worden. De eerste dag in Mongolië blijft wel nog steeds onze favoriet qua landschap en wegen.

Onderweg raken we de Duitsers weer kwijt. Ze zijn zelfs uit bereik van de walkie talkies. Alle wegen leiden naar Ulaanbaatar hebben we allang ontdekt, alleen als één van ons twee een breakdown heeft kunnen we elkaar niet helpen. De wegen komen allemaal samen bij een rivier die we moeten oversteken en precies zoals we verwachten staan ze daar ook. De brug is wat spannend maar we overleven het. Nog maar een paar kilometer en dan zijn we in Bayankhongor vanaf waar we weer asfalt beloofd hebben gekregen. In de stad gaan we boodschappen doen en we zijn onder de indruk van de luxe. De auto’s zijn volledig verstoft. We kunnen niets uit de auto halen zonder dat het bruin ziet van het zand. Wat een bende!

Onze eindbestemming Ulan Ude in Rusland is al redelijk dichtbij. We komen weer een paar gekke Britten tegen die dit in 1 dag willen rijden want dan zijn ze op tijd voor het feest op vrijdag. Nog steeds kiezen wij ervoor om niet in de nacht te rijden want met daglicht kost het ons al veel moeite om alles te ontwijken wat op de weg ligt, laat staan dat ons dit ‘s nachts gaat lukken. Rond 6 uur zijn we in een stadje (Arvaikheer) en gaan hier een hotel zoeken. Ons hotel heeft warm water op hele specifieke tijdstippen en ook WiFi, maar helaas geen internet. De badkamer is megagroot, de bedden ook maar het is wel aftands allemaal. We mogen in een garage parkeren die achteraf geld kost, terwijl we prima voor de deur hadden kunnen parkeren. We beginnen te ontdekken dat de Mongolen hier in het oosten een andere mentaliteit hebben dan de Mongolen die we tot nu toe ontmoet hebben.

De grens tussen Mongolië en Rusland schijnt erg druk te zijn en daarom lang te duren. Omdat het een 24 uurs grens is willen we de tactiek proberen om ‘s nachts door de grens te gaan, omdat we denken dat het dan rustiger is. Dus morgen rijden we naar Ulaanbaatar en zullen daar overdag blijven en in de avond willen we dan naar de grens rijden.