Ulan Beetle

Dag 34: Ulaanbaatar

Vanaf Arvaikheer is het nog 500 kilometer naar Ulaanbaatar. Dit is wel een eindje maar te doen, ook al is het asfalt minder mooi dan we hadden gehoopt. In de ochtend begint Arne alleen buikkrampen te krijgen. Onderweg worden deze steeds erger en het is duidelijk dat Arne ziek is geworden. We moeten regelmatig een sanitaire stop maken en hij wil eigenlijk niet meer de auto in. Wendie dwingt hem om een Imodium te nemen waardoor het lukt om een uur verder te rijden maar daarna wordt het nog erger. Alle symptomen van een goede bacteriƫle darminfectie, alleen erg onhandig om dat te hebben 100 km over een mega hobbelige weg voor Ulaanbaatar. Kamp maken zou nu nog vervelender zijn dan doorrijden. Het lukt om Arne weer in de auto te parkeren en bij elke hobbel de afweging te maken om af te remmen en voorzichtig te doen (want bij elke hobbel kreunt hij van ellende) of juist goed gas te geven zodat we zo snel mogelijk in Ulaanbaatar zouden aankomen.

Bij bijna elk stadje in Mongoliƫ moesten we een soort stadsbelasting betalen. Best onhandig want dan was je net de stad uit, moest je weer afremmen, geld zoeken, geld wisselen etc. Omdat Arne wat prikkelbaarder is als hij ziek is had hij bij een dorpje al ruzie gemaakt met de man die het geld int omdat we als wisselgeld alleen hele kleine coupures kregen. Bij Ulaanbaatar staan daadwerkelijk 10 tolpoortjes, maar slechts 1 poortje is open. We gaan daar in de rij staan. Het ticket is 3000 floepies en we hebben al die kleine coupures los in de auto liggen alleen na het uittellen bleek dit niet voldoende. Wendie probeert geld uit haar portemonneetje te halen alleen de rits zit vast. De mensen van de tolpoort werden zo gefrustreerd van ons dat ze na een paar keer met ons flink heen en weer geschreeuwd te hebben al het kleine geld terug de auto in gooiden, het ticket weer afpakten en ons door lieten rijden. Hadden we maar eerder geweten dat dit ook werkt!

De Duitsers waren alvast vooruit gereden en hebben zichzelf op een goed diner bij de KFC getrakteerd. Alleen wij waren zo ver achter dat we geen contact meer met ze konden krijgen via de walkietalkie. Toen wij Ulaanbaatar inreden vroegen we ons af hoe we ze weer gingen vinden. Dat bleek makkelijker dan gedacht: toen Wendie even duidelijk moest maken aan een andere weggebruiker dat ze aan de kant moesten maakte ze zo handig gebruik van de toeter dat de Duitsers dit herkenden! Ze zijn op het geluid afgereden en zaten weer achter ons. Ze vonden het geen probleem om een nacht in de hoofdstad te blijven dus gingen mee naar het hotel.

In het hotel hadden we weer een receptioniste die geen Engels, geen pictionairy en geen hints kon, dus communiceren was weer ingewikkeld. Met stip het hotel waar we het vaakst weer terug naar de receptie moesten omdat ze er niets van begreep. De Duitsers hadden een antibioticakuur mee die we mochten gebruiken als het nuttig was. Door het tijdsverschil konden we in Nederland onze favoriete bijna huisarts in opleiding bellen die met risico voor de tuchtrechter een dosis voorschreef. Direct ging het beter met Arne dus Wendie vermoedt een stukje placebo effect. Wel een grote opluchting want we rijden erg graag door naar Ulan Ude morgen met de Duitsers.

Nu we toch in een echte stad zijn gaat Wendie naar de club met de Duitsers, terwijl Arne wat nodige slaapuren maakt. Totaal onverwacht is de club megahip met goede DJ’s en hippe mensen. We voelen ons wat underdressed, maar maken dat goed met onze moves.